Demak

Ligt tussen Semarang, en de hoofdstad van Centraal Java in, in de westelijke kans, het regentschap Jepara in de noordelijke kant en het regentschap van Kudus in de oostelijke kant was deze stad Demak ooit een plaats van het machtige Demak sultanaat, de plaats waar de Islam zich begon te verspreiden over het hele eiland Java.

Volgens “The soil of East Central Java” geschreven door T.W.G Dames in 1955, was het gebied waar nu de stad Demak ligt ongeveer 6 eeuwen geleden een kustlijn met uitzicht op het Silugangga kanaal dat het hoofdeiland Java van het toenmalige Muria eiland (tegenwoordig Jepara en Kudus) scheidde. Dus de stad was een drukke haven met handelsverbindingen naar Malacca en de specerij eilanden in oost Indonesië.

Rond de 15de eeuw was het kanaal groot genoeg en werd het een belangrijke weg op het water voor de schepen die varen langs de noordelijke Javaanse kust naar de specerij eilanden. Het kanaal was verbonden met de Serang rivier, die een toegang maakte naar de rijst producenten van Java. Deze strategische locatie maakte dat Demak groeide tot een leidend handelscentrum in Java. Sinds de 17de eeuw, verzandde het kanaal, ondiep geworden en uiteindelijk volledig verdwenen, sindsdien zat het eiland Muria vast aan het vasteland Java.

De oprichter van het Demak Sultanaat werd traditioneel toegeschreven aan Raden Patah (1475 - 1518), een Javaanse edelman die gerelateerd was aan de machtige Majapahit koning van Oost Java. Minstens een verslag verklaarde dat Raden Patah feitelijk de zoon van Kertabhumi was die regeerde als de Koning Brawijaya V (1468-1478). Demak slaagde erin om de macht te versterken en versloeg Daha in 1527 want het was meer geaccepteerd als rechtmatige opvolger van Majapahit. De reden voor deze acceptatie was dat Raden Patah als een directe afstammeling van Kertabhumi werd verondersteld die de invasie van Girindrawardana op Trowulan, de hoofdstad van Majapahit in 1478 overleefde.

Met de volle ondersteuning van de Wali Songo of de negen apostelen van de Islam, werd de Demak sultanaat het meest prominente Islamitische koninkrijk op Java geworden en het centrum in de verspreiding van de Islam op Java.

Het symbool van de gouden tijd van Demak Sultanaat en de vroege tijd van de verspreiding van de Islam op Java staat er nog tot dit moment. Dat is namelijk de masjid Agung Demak of de grote moskee Demak. Gebouwd in 1478 werd de grote moskee Demak verondersteld als de eerste moskee op Java en een van de oudste in Indonesië. Gezamenlijk opgebouwd door de Wali Songo en Raden Patah als de eerste regeerder van het Demak Sultanaat heeft het een groot belang omdat het niet meer een plek voor gebed was maar tegelijkertijd het was ook een centrum van het bestuur van de sultan en de ontmoetingsplek voor de Wali’s (de apostels) om zaken te bespreken.

Hoewel de moskee een aantal renovaties heeft ondergaan, behoudt het voor een groot deel zijn originele vorm. De moskee is een klassiek voorbeeld van de traditionele Javaanse moskee. Anders dan de moskee in het Midden Oosten, werd deze moskee gebouwd van hout zonder koppel, dat alleen gezien wordt in de moskeeën uit 19de eeuw. Het gelaagde dak vertoont veel gelijkenis met de houten religieuze structuren van de Hindoe-Boeddhistische beschavingen op Java en Bali.

De hoofdingang van de grote moskee Demak bestaat uit twee deuren versierd met snijwerk motieven van planten, vazen, kronen, en dieren hoofden met een wijd open en scherp getande mond. Er wordt gezegd dat de afbeelding over de gemanifesteerd donder gevangen toont door Ki Ageng Selo, vandaar de naam “Lawang Bledheg” of “Deuren van donder .”

De historische en de legendarische delen van de moskee zijn deze vier grote belangrijke houten pilaren, genaamd de Soko Guru die het zware houten dak van de moskee steunen. Met elke pilaar gesneden uit een enkele bomen met een hoogte van 16 meter lang werden deze pilaren gezet volgens de windrichtingen en werden geplaatst door de leden van de Wali Songo. De noordelijke pilaar werd opgezet door Sunan Bonang, het zuiden door Sunan Gunung Jati, het zuidoosten door Sunan Ampel, en de uitzonderlijke pilaar, bekend als Soko Tatal die werd gebouwd van samengesteld houtafval en gezet op het noordoosten door Sunan Kalijaga. De originele vier Soko Guru werden vervangen met replica's in 1983 en de echte worden nu bewaard in het museum binnen het moskee complex.

Het graf van Sunan Kalijaga ligt in het dorp Kadilangu, op ongeveer 2 kilometer afstand van de moskee is een andere erfgoed van de vroege Javaanse Islamistische tijd en wordt vaker bezocht door de bezoekers en pelgrims. Elk jaar tijdens de “Grebeg Besar” rituele ceremonie (die  op 10 Dzulhijah op de Islamitische kalender valt) wanneer verschillende erfstukken met een ritueel worden gereinigd, komen duizenden bezoekers en pelgrims naar Demak om mee te doen met dit event.

Bereikbaarheid

Demak ligt aan de belangrijke noordelijk kust van de snelweg-bekend als Pantura- tussen Centraal Java en Oost Java, en verbindt Semarang met Surabaya. De stad Demak is slechts 25 km of ongeveer 30-40 minuten rijden vanaf Semarang, De hoofdstad van Centraal Java. Er is ook veel openbaar vervoer beschikbaar in Semarang of intercity bussen die door Demak rijden.